80 jaar De Rooy Hoveniers: ‘Drie generaties succesvol in tuinen’

Drie generaties

Waar het ooit in oorlogstijd begon bij vader en later bij opa de Rooy die boompjes en stuiken bij de mensen bracht op zijn Ariel motorfiets, kreeg het hoveniersbedrijf later steeds meer vorm onder leiding van zonen Jaap en Arie de Rooy. Tegenwoordig zwaaien kleinzonen Günther en Ben de Rooy de scepter. In totaal al 80 jaar een bijzonder familiebedrijf. We blikken terug en vooruit met twee generaties in het kwadraat…

Hoe het begon

In 1940 begon opa de Rooy zijn kwekerij in planten, heesters en boompjes achter het ouderlijk huis van zonen Jaap en Arie aan de overkant van het huidige De Rooy bedrijf. Later voegde hij daar fruitteelt aan toe en onderhield tuintjes voor anderen. Toen er minder werk was in het fruit maakte pa de Rooy een zijstap en begon met het ontwerpen en aanleggen van tuintjes. Jaap: ‘Ons vader had zo’n brede kennis van het hoveniersvak, hij wist alle Latijnse namen van alles wat groeit en bloeit uit zijn hoofd.’

Voor iedereen was een taak

Jaap en Arie waren er al vroeg bij om hun vader mee te helpen in het bedrijf. Arie vertelt: ‘Zo ging dat, je rolde er gewoon in en groeide al samen werkend op. Jaap en ik hielpen mee met fruit plukken, snoeien en takken rapen.’ Jaap glimlacht en vult aan: ‘Voor iedereen was een taak. Ook voor onze twee zusjes, die moesten schoffelen in de tuintjes. En daarna kregen ze allemaal kaarten van de jongens die ze gezien hadden.’ Opa de Rooy wist hoe het werkte, hij snapte de marketing-trucjes goed. Twee keer per jaar ging hij overal afrekenen, voor de schoolvakantie en aan het eind van het jaar. De rekeningen bracht hij dan zelf en voor een praatje had hij alle tijd. Tot zijn dood werkte hij hard voor zijn bedrijf en daarna werden Jaap en Arie beide firmant.

Het is nu anders

Arie vertelt: ‘Toendertijd kon je nog wat verdienen als je werkte voor de overheid, dat was echt nog een kwestie van gunnen en we hadden daar veel werk van. Het was hard werken, maar we hadden mooie opdrachten. We waren tuinmannen in het groen, werkend met levende materialen. Alle tegels gingen nog door je handen. Dat is nu wel anders. Günther vult aan: ‘Het vak is in de basis wel gelijk gebleven, maar de weg naar het resultaat toe is heel erg veranderd. We zijn nu half aannemer, met groen als vertrekpunt maar we werken soms een half jaar aan het bouwen van een constructie. De uitvoering gaat tegenwoordig veel gemakkelijker door inzet van machines en de ontwikkelingen van de digitale wereld.’

De tijd herhaalt zich

Wat voor Jaap en Arie hun jeugd was, herhaalde zich grotendeels ook voor Ben en Günther. Günther: ‘Ben en ik zijn van dezelfde leeftijd en ging altijd mee op pad. Ook wij zijn helemaal in het bedrijf gegroeid. De weeë geur van de schuur van de kwekers uit Zundert gaat nooit meer uit mijn systeem.’ Ben vult aan: ‘Als jonge gastjes waren we altijd aan het kloten met trekkers, machines, en brommertjes. Stiekem maakten we vuurtjes en op ons 14e jaar reden we na wat autolesjes in de auto door de polder.’ Arie haalt nog een leuke anekdote op: ‘Ik weet nog zo goed dat ik met de bestelwagen samen met Günther onderweg was en de voorruit er opeens uitklapte. Snel wikkelde ik mijn zoon in dekens en we reden zonder voorruit naar huis.’

Op 7-jarige leeftijd gingen de neven voor het eerst met de mannen mee naar buiten. De jongens groeiden verder op, het aanmodderen was klaar, er moest gewerkt worden. Circa 30 jaar geleden gingen Ben en Günther dus op de loonlijst om in de avonden, op zaterdagochtenden en in vakanties mee te werken en de waarde van geld te leren kennen. Dat begon met schoffelen, maar dat gaf ook stof tot nadenken. Wilden ze het bedrijf over nemen, dan zochten ze toch wel meer uitdaging… Eind 2000 werd een overname een feit en de neven waren er over uit dat het roer om moest. Ze wilden tuinen maken met voldoening van een mooi project, een blije klant en geen standaard werk.

Een andere weg

Er werd een andere weg ingeslagen. Een lange weg, maar wel een mooie weg met een heel andere doelgroep aan klanten. Arie vertelt: ‘Jaap en ik vonden het in het begin wel lastig, maar we hebben altijd vertrouwen in de jongens gehad. Ze zijn op tijd omgegaan naar een nieuwe bedrijfsvoering!’ Ben voegt toe: ‘Het leuke is dat we ondanks onze andere kijk op het bedrijf en onze klanten, De Rooy Hoveniers nog steeds klanten heeft uit de tijd van opa, daar zijn we trots op!’

Waardevolle vraagbaak

Jaap en Arie zijn vandaag de dag nog zelden werkzaam in het bedrijf. Jaap lacht: ‘Bij paniek mogen ze altijd bellen hebben we altijd gezegd, maar door de groei werd dat al snel chronisch en toen hebben we toch wat meer afstand genomen.’ Günther: ‘Hoewel onze vaders niet meer fysiek in het bedrijf aanwezig zijn, zijn ze als vraagbaak wel heel waardevol. Ze hebben een enorme kennis over vaste planten, plantgroei en weerstand.’

Op naar de 100

Tot op de dag van vandaag staan beide vaders achter hun zonen en de manier waarop zij het werk voortzetten. Wat biedt de toekomst? Günther: ‘Met onze ontwerpen en manier van omgang met onze klanten zit het wel goed. De grootste uitdaging voor de komende jaren is het continueren van de inzet van uitvoerende mensen met organisatorisch talent op een klus. Mensen die projecten kunnen uitvoeren, maar ook monitoren.’ Op naar de volgende 80 jaar?! ‘Misschien’, reageert Ben, ‘het hoeft niet persé een familiebedrijf te blijven, het zou leuk zijn, maar het ligt aan wat de vierde generatie wil, ze mogen zelf kiezen. Creativiteit en ondernemerschap zit er wel in, dus wie weet… Günther sluit af: ‘Ik zou De Rooy Hoveniers wel graag koninklijk willen maken met een 100-jarig bestaan, dus voorlopig kunnen we nog lekker aan de bak!’